top of page

Boeddhistisch toe-eigenen

Raakt u ook heel even het noorden kwijt als u leest dat Aziatische studenten in Amerika protesteren tegen yogalessen aan de universiteit van Berkeley, omdat dat een vorm zou zijn van ‘cultural appropriation’ oftewel culturele toe-eigening? Er ís nog hoop.

Sinds de Engelse monnik Willibrord in 690 zijn bekeringswerk in de Lage Landen begon, zijn de Nederlanders doordrenkt geraakt van Christendom. Dat was al eerder Europa in komen waaien vanuit het Midden-Oosten, via Griekenland en Rome, door keizer Constantijn naar het centrum van de wereldlijke macht gehaald, eventjes een beetje in het gedrang gekomen door de barbaarse invallen van heidense Germanen, om vervolgens toch heel Europa te bedekken met een beschavend netwerk van kerken en kloosters en broeders en zusters.

Of wij Europeanen het nou willen of niet, ook al noemen we onszelf atheïst of heiden of misschien wel boeddhist, ook al gaan we zonder er verder al te actief bij na te denken inmiddels al in de tweede of derde generatie door het leven als ongelovig nietsist, dat Christendom zit in onze taal verweven, in onze gebruiken, in hoe we met elkaar omgaan en hoe we naar het leven kijken.

Niet dat we in het ‘christelijke’ westen de christelijke waarden van voor tot achter naleven. Dat zou wat wezen. Dan zouden wij immers allen onze naaste liefhebben als onszelf en boven alles zouden we God liefhebben. En aangezien God volgens de christelijke leer liefde is, de weg, de waarheid en het leven, zou in dat geval onze wereld er bijzonder vriendelijk en rooskleurig uitzien.

Goeiigheid onderhuids ingebakken

Maar wel degelijk dus zit er wat van die goeiigheid onderhuids bij ons ingebakken. Net zoals er de nodige kwaaiigheid zit ingebakken, en dat komt dan van de duivel. Die hebben we officieel en verstandelijk ook allang afgezworen en we zijn hem nog wat massaler vergeten dan God, maar stiekem zit hij toch nog bij ons allemaal in onze botten en haarpunten, los van de vraag of hij nou zou bestaan of niet.

Tot zover 'onze' cultuur. In Azië heeft een zeer gelijksoortige doordrenking plaatsgevonden, maar dan langs boeddhistische lijnen. Met ook een vorm van niet af te schudden cultuurboeddhistische goeiigheid, die echter nog altijd niet het einde heeft weten in te luiden van oorlog, geweld en onderdrukking. Beide religies hebben ook gelijksoortige universele ambities om toch vooral ons best te blijven doen. Boeddha en Christus verkondigden allebei een boodschap voor allen. Iedereen mag het weten. Of zelfs: iedereen móét het weten.

Een belangrijk verschil is wel dat het Christendom wel zeer actief werk heeft gemaakt van die wereldwijde ambitie. En dat dan bovendien vaak in het kielzog of zelfs als koersbepalend onderdeel van de grote overwegend christelijke wereldmachten, die nu al sinds vijf eeuwen over de ganse aardbol de dienst uitmaken.

Imperialistische rotlui

Dat er nu dus miljoenen Afrikanen de Pinkstergemeente omarmen of dat Filippijnse nonnen in Europa vergrijsde kloosters overeind komen houden, daar kijken wij vanuit een geheel andere positie naar, dan die Aziatische studenten, die vinden dat wij met onze westerse versie van yoga hún boeddhistisch erfgoed inpikken, naar óns kijken. Wij zijn en blijven imperialistische rotlui, die nu ook nog eens lopen te dwepen met mindfulness alsof we de eersten zijn die dat pas echt begrijpen en waarderen.

Die verongelijktheid wordt mooi verwoord door Funie Hsu, Amerikaanse van Aziatische afkomst en assistent professor Amerikaanse Studies aan de San Jose State University. Zij beschrijft in een artikel eerst hoe Japanse immigranten voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog in Amerika werden behandeld. En dan hoe vervolgens het boeddhisme in de VS aan populariteit won en er een onderscheid is opgekomen tussen hoe in Amerika het boeddhisme wordt gepraktiseerd (door logischerwijs vooral witte westerlingen) en hoe dat in de al eeuwen en eeuwen boeddhistische Aziatische landen gebeurt: intellectualistisch versus folkloristisch, terug naar de pure leer versus omgeven door allerlei soms eeuwenoude en vaak regionaal bepaalde vormen van bijgeloof.

Halverwege het artikel komt mevrouw Hsu tot de kern van de zaak: “To be clear, Buddhism belongs to all sentient beings. Even so, Asians and Asian American Buddhists have a rightful, distinct historical claim to Buddhism. (Voor alle helderheid: Boeddhisme behoort toe alle voelende wezens. Niettemin hebben Aziaten en Aziatisch-Amerikaanse Boeddhisten een rechtmatige, duidelijke claim op het Boeddhisme.)”

Het is een heel invoelbare ‘ja maar wij waren eerder’-reactie. Zeker als een dominante groep zich zaken toe-eigent, materieel of immaterieel, die oorspronkelijk tot een andere groep behoorde. Het artikel, dat op internet te vinden is bij The Lion’s Roar en op The Huffington Post, heet ook We’ve been here all along.

De defensieve verongelijktheid, waarmee de zich aanvankelijk meestal oprecht van geen kwaad bewuste dominante groep zich tegen de beschuldiging van culturele toe-eigening verweert is voorspelbaar en net zo invoelbaar: “Het is ook niet gauw goed. Volg je je eigen culturele gebruiken, zoals Sinterklaas en Zwarte Piet, dan word je verguisd. En neem je culturele gebruiken van anderen over, dan word je net zo hard verguisd.”

In onze verongelijktheid hebben we met dat verdelende groepsdenken allemaal evenzeer het ongelijk aan onze zijde. Van anderen in hokjes duwen is nog nooit iemand opgeknapt. En van zelf in een hokje gaan zitten al evenmin.

Het antwoord is eenvoudig: deuren en luiken ópen.

Uitgelichte berichten
Kom later terug
Gepubliceerde posts zullen hier worden weergegeven.
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page